15 april 2011 – De zes bewoners van Ashraf, die tijdens de aanval op 8 april werden ontvoerd door Iraakse troepen, zijn vrijgelaten en naar Ashraf teruggekeerd.

Op 14 april werd een gerechtelijk bevel uitgevaardigd voor de vrijlating van zes Iraanse ballingen, die sinds de aanval op Ashraf onrechtmatig gevangen gehouden werden in de Iraakse stad Khalis. Ze zijn intussen teruggekeerd naar kamp Ashraf.

Bij het bloedbad van 8 april 2011, dat op verzoek van Teheran door Iraakse troepen werd aangericht onder Iraanse dissidenten in Kamp Ashraf in Irak, waren de zes mannen gewond geraakt en overgebracht naar de gevangenis van de nabijgelegen stad Khalis. Zij mochten geen advocaten of familieleden ontvangen. Bahman Toloo, Mehdi Ghafouri, Hamid Makki, Hossein Eyni, Babak Karimi, Asghar en Mehdizadeh (afbeelding) gingen uit protest tegen hun illegale detentie in hongerstaking.

Mensenrechtenorganisaties en advocaten, zowel in Irak als internationaal, hebben zich voor de vrijlating van de gijzelaars ingezet. O.a. Amnesty International heeft een spoedactie gehouden voor de onmiddellijke vrijlating van de zes gevangenen die van geen enkel misdrijf beschuldigd waren, en bescherming tegen foltering en mishandeling geëist.

De bewoners van kamp Ashraf, dat nog steeds belegerd wordt, bedankten allen die zich voor de vrijlating hebben ingezet en vroegen nogmaals de internationale gemeenschap om hulp bij de medische verzorging van gewonden en om een onafhankelijk onderzoek naar de aanval op Ashraf, zodat de verantwoordelijken voor het bloedbad strafrechtelijk ter verantwoording kunnen worden geroepen.

In de vooraf geplande militaire aanval op 8 april 2011 op Kamp Ashraf werden 34 van de burgers die daar wonen – waarvan acht vrouwen – gedood. Meer dan 300 inwoners van Ashraf raakten gewond. Velen van hen verkeren nog steeds in levensgevaar.